Trots op het ambacht!

Dit prachtige beeld, dat tevens een fontein is, staat in het hart van de oude stad Trier in Duitsland. Alle ambachten die aan de welvaart van Trier hebben bijgedragen zijn er in verbeeld en daarom gaf dit beeld mij het idee om een stuk over ambachten te schrijven.

De ambachtenfontein is een constructie als een ring van eiken-takken, uitgevoerd in brons. Het is een geschenk de ambachtsvakbond van Trier aan de stad, ter gelegenheid van het 2000 jaar bestaan van de stad in 1984.

Wat me opvalt is dat in Nederland de waardering voor het ambachtelijke langzaam aan het herstellen is. Na jarenlange verwaarlozing van beroepsopleidingen, het afschaffen van de LTS en ambachtsscholen en focus op opleidingen in de witte-boorden en “dienstensector”, zien steeds meer mensen blijkbaar in dat er ook nog gewoon dingen moeten worden gemaakt. Een mooi voorbeeld is de grote populariteit van een tv programma als Heel Holland bakt, dat één grote ode is aan meesterlijke patisserie.

Ik beoefen zelf natuurlijk al mijn hele leven een ambacht en tijdens mijn studie eerstegraads docentschap ging mijn onderzoek ook over het passend onderwijzen van een ambacht in de 21ste eeuw. Het doet me dan ook deugd dat ik het aantal opleidingen en cursussen op het gebied van allerlei handwerk langzaam maar zeker zie groeien. Van lascursussen, meubelmakersworkshops, lasercutter- en 3D printen tot breien, tassen-maken en repair-café’s.  

Maar het beheersen van een ambacht op meesterniveau vergt natuurlijk meer dan het volgen van een cursus of wat workshops. Vuistregel is dat er 10.000 uren praktijkervaring nodig zijn om bijvoorbeeld Meester-timmerman, smid of professioneel musicus te worden. Dat zijn jaren. De traagheid van het proces geeft ook tijd om na te denken, de verbeelding te stimuleren. 

Kenmerk van het meesterschap is het samenkomen van scheppende creativiteit en perfecte beheersing van materialen, gereedschappen en technieken.

Een meester ben je als je alles kunt maken wat je bedenkt maar ook alles kunt bedenken wat je wilt maken.


De ambachtenfontein in Trier.  Linksboven zie je een
vrouw die een huid bewerkt, daaronder een kleermaker
die een klant de maat neemt.

Vooral in de Alpenlanden en de omringende streken is de waardering voor het ambacht nog steeds hoog. Tussen de 100 en 150 ambachtelijke beroepen worden daar nog volgens de traditionele verhoudingen leerling- gezel- en meester geleerd. 

In Duitsland is het meester-gezel systeem recentelijk weer in ere hersteld; het dragen van de meestertitel heeft een hooggewaardeerd maatschappelijk aanzien. In Duitsland mag een leerling, na zijn schoolopleiding of na twee of drie jaar bij een meester in de leer te zijn geweest, als gezel zelfstandig zijn ervaring uitbreiden. Gedurende drie jaar reist hij als Wander Gesel rond, overal werkervaring opdoend tot in het buitenland toe. De eer en trots van de gezel die met zijn leerproces bezig is, komen tot uiting in het mogen dragen van de bijbehorende traditionele beroepskledij. Na zijn gezel-periode kan hij een meesterproef afleggen en de meestertitel behalen.

Oostenrijk kent een wijdverbreid praktijk leer-systeem in het onderwijs. Volgens de PISA normen presteert het land niet echt geweldig met academische opleidingen, maar het heeft wel met 7,7 % een van de laagste jeugdwerkloosheidscijfers van Europa en een uitmuntend opgeleide beroepsbevolking.

In deze alom groeiende herwaardering van het ambacht voel ik me ontzettend bevoorrecht en gelukkig dat ik mijn Lfa studenten een stukje mag begeleiden op weg naar het ambachtelijk meesterschap. En niet alleen voor korte, leerzame cursussen, maar ook voor forse persoonlijke groeitrajecten van meerdere jaren.